6/13/2009

Maskers in Ostia Antica


Het theater van Ostia werd 18-12 v.Chr. door Marcus Agrippa langs de Via Decumana gebouwd. De cavea had drie niveaus en er konden aanvankelijk zo'n 2.500 toeschouwers in. Later is het door Commodus (180-193), Septimus Severus en Caracalla (eind 2e, begin 3e eeuw n.Chr) vergroot tot een theater dat plaats bood aan 4.000 mensen. Na een verbouwing aan het eind van de 4de eeuw was het mogelijk de orchestra onder te laten lopen voor voorstellingen met water. Er werden geen zeeslagen of 'naumachiae' gehouden, zoals in Rome, maar het bood wilde dieren zoals nijlpaarden en ander zots op te treden voor een bloeddorstig publiek.

In de theaters waren allerlei opvoeringen te zien. In tegenstelling tot het Griekse theater, was het Romeinse theater minder door religie beïnvloed. Oorlog was een veel voorkomend thema. Maskers en kleding stonden voor bepaalde archetypen. Een purperen tunica stond voor een jonge man. Een gele representeerde het karakter van een vrouw. Belangrijk gegeven; het was voor vrouwen niet gebruikelijk om op het toneel te verschijnen. Goden tooiden zich met gele versierselen.
Maskers werden veel gebruikt om specifieke karakters te verbeelden, met eigenschappen als bijvoorbeeld hebzucht, dronkenschap, obsceniteit of humor. Tegen het einde van het Romeinse rijk kwam een specifieke vorm van mime in zwang. Eén acteur speelde alle rollen, met gebruik making van maskers. Een koor zong het verhaal terwijl de acteur op muziek het verhaal speelde. Pantomime dus.

Tussen de bakstenen bogen aan de straatkant bevonden zich 16 winkeltjes. Het publiek kon via drie ingangen, in het midden en aan de zijkanten, de cavea bereiken.


De scaenae frons (achterwand) was net zo hoog als de rest van het theater, maar daar is weinig van over. Alleen de drie marmeren theatermaskers ter versiering.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Most popular posts